Oorspronkelijk kom ik uit Ter Apel. Een godsgruwelijk gezellig dorp in het zuidoosten van Groningen. Sinds de sluiting van Café Full House een iets minder gezellig dorp. Niet bekend om z’n dit en z’n dat, maar vooral bekend omdat het dorp het aanmeldcentrum voor vluchtelingen huisvest. In de media wordt dan al gauw de kloof uitvergroot tussen de conservatieve, blanke boer en de rovende gelukszoekers.
Ik heb dat beeld dat er in de media wordt geschetst eerlijk gezegd niet echt meegemaakt. Toch heb ik ruim drieëntwintig van de vijfentwintig jaar dat ik rondloop op deze aardbol doorgebracht in het kroegloze dorp. Natuurlijk heb je er rotte appels tussen en die moet je er ook zeker tussenuit vissen en terugsturen, maar er zijn ook genoeg Nederlandse appels die zuurder smaken dan de rest.
Een vriend van me heeft ook een migratieachtergrond. Ik heb twee jaar met hem gevoetbald. Hij legde wel eens een bal op mijn kruin of maatje 45, die ik dan tot doelpunt promoveerde. Hele aardige, sociale jongen en er komt nooit een negatief woord uit. Behalve als je met voetbal besluit om hem over te slaan in de aanval, maar dat is logisch. Hij werkt hard om rond te kunnen komen met zijn kersverse gezinnetje. Toevalligerwijs wonen we sinds vorig jaar in hetzelfde appartementencomplex in de stad. We moeten ook al meer dan een jaar eens bij elkaar eten, maar goed dat geeft niet. We laten elkaar lekker leven en dat etentje komt vast binnenkort. En anders iets later.
Het probleem zit hem juist in het onbekende. Mensen hebben instinctief angst voor het onbekende. Als men deze kant op komt om de winkels leeg te roven en overlast te veroorzaken, dan moet daar vanzelfsprekend een enkeltje terug tegenover staan. Er zijn daarentegen vooral veel mensen die echt hulp nodig hebben. Het zijn de voorouders zoals die van mijn maat die naar Nederland zijn gevlucht vanwege oorlog en waarvan is bewezen dat we er prima mee samen kunnen leven. Zij zouden hetzelfde doen als wij naar hen zouden moeten vluchten omdat er hier oorlog woedt. Ze zijn eigenlijk net als wij hè? Gewoon mens.