In de podcast ‘De Zuidoost Tribune’ gaan Stijn, Florian en ik in gesprek met spraakmakende figuren uit het amateurvoetbal in Zuidoost-Drenthe. Dat doen we vrijwillig voor de lokale omroep ZO!34. Een vast onderdeel van de opname is de column van de sidekick.

In de studio van ZO!34 zijn de volgende namen te gast: talent Freddy Quispel, avonturier op noppen: Maurice Kampman, ballenvanger Lennon Ebeltjes, amateurtrainer Marc Hegeman, sportverslaggever René Posthuma en kantineartiest Orlando Uitenwerf. Voor de eerste drie heb ik een column mogen schrijven.

Freddy Quispel: Geboren om te scoren

Sommige mensen lijken voor een bepaald beroep geboren te zijn. Dat is aan te voelen als er een geboortekaartje op de deurmat valt met bijvoorbeeld de naam: Gianluigi Buffon. Van die naam begin ik spontaan een bord pasta naar binnen te werken. Dan weet ik: hij wordt of eigenaar van pizzeria Da Gianni of hij wordt de meest legendarische doelman in de Italiaanse voetbalgeschiedenis.

Datzelfde heb ik bij het gele geboortekaartje van Patrick Pothuizen. Dan voel ik op mijn Drentse klompen aan: dat wordt ofwel een tuinman of een profvoetballer, die parttime bijbeunt als slager. Eigenlijk heb ik hetzelfde met Freddy Quispel. Toen ik die naam voor het eerst hoorde, wist ik: dat wordt of een profvoetballer of eigenaar van een hondenuitlaatservice. Kwispelen met Quispel ofzo. Dat zou trouwens een gouden slogan zijn.

Ik heb het alleen niet bij het juiste eind, want vooralsnog is hij – jawel – de 20-jarige directeur van Outdoor Queen International. God mag weten wat het inhoudt, maar als je het mij vraagt is Freddy vooral voetballer. En dat ie kan voetballen, staat buiten kijf. Hij heeft inmiddels zijn goede vriend Kjell Scherpen via Ajax richting Engeland zien gaan en ook voormalig teamgenoot Ruben Roosken timmert flink aan de weg bij Heracles. Dat terwijl Quispel momenteel in de derde divisie op de zaterdag speelt. Ook al is het geen beroerde competitie, als je het aan mij vraagt is de Quispels koek nog lang niet op.

Of hij ooit weer in het rood-wit van FC Emmen schittert, is de vraag. Een ander alternatief is een buitenlands avontuur en dan weet ik misschien wel een plekje voor hem. De Verenigde Arabische Emiraten. Freddy wordt namelijk graag op handen gedragen. Wordt Dubai zijn eindstation? Een belletje naar Henk ten Cate is zo gewaagd, maar Freddy Quispel is voor mij in ieder geval geboren om te scoren.

Maurice Kampman: De voetballende vrijbuiter

Voetballende vrijbuiters. Een voetbalnomade is misschien een betere term. Ze zijn van alle tijden. Siem de Jong, Nick van der Velden, Melvin Platje, Maurice Kampman. Allemaal kiezen ze het voor het onbekende. De één in Sydney, de ander in Amerika. Platje op Bali. Kampman in Duitsland. Clubliefde is iets onbekends. Dat kennen ze meestal niet. Beleving is alles waar het om draait. Met alleen maar een ding in de kop: voetbal.

Kampman maakt het niet uit waar hij is. Als hij maar met een bal bezig kan zijn. In de zaal bij Dosko in Emmer-Compascuum, op het veld in Valthermond of in het Nederlands Beach Soccerteam met de zand van het strand tussen de tenen. Achter de blauwgetrapte nagels. Het bewijs van het zware leven als ex-profvoetballer in het amateurvoetbal in Zuidoost-Drenthe.

FC Emmen, SV Meppen, Schüttorf, RKC Waalwijk. Carrières kunnen nu eenmaal raar lopen. Niet alleen in de reis langs voetbalclubs. Ex-profs die een ander pad inslaan zijn wel op te noemen. Zo knipt Feyenoord-boegbeeld Patrick Paauwe nu als gediplomeerd hovenier kaasrechte coniferen. Voormalig Spartaan Nathan Rutjes is knuffelbn’er geworden na zijn deelname aan Wie is de Mol en Maurice Kampman is nu al dakdekker in Emmen.

Maar Kampman is vooral synoniem van de voetballende vrijbuiter. Nog steeds is het niet zeker waar hij zijn kunsten straks vertoond, maar bij wie dat ook is of waar dat ook is. Hij kan ongetwijfeld eenvoudig mee. Op én naast het veld. Ouwe voetbalnomade.

Lennon EbeltjesDe bijzonderheden van een ballenvanger

Het tongetje van Jan Wolters van WKE of de dans van Dudek in de zinderende CL-finale van 2006. Op allerlei niveaus komt het terug: keepers en hun rare fratsen. Maar bij Lennon Ebeltjes is opmerkelijk weinig opvallends te bespeuren. Zijn haar zit altijd goed, hij is als sluitpost zelden op een fout te betrappen en voor een keeper komt hij zelfs sociaal aardig mee.

Toch kleven er in de wandelgangen een aantal papiertjes met bijzondere taferelen van Ebeltjes aan de muur. Zo schijnt hij nogal een lawaaischopper te zijn om het vervolgens te verdoezelen onder de term: ‘coaching’. Wekelijks probeert Ebeltjes op fanatieke wijze vanuit zijn kleine zestienmetergebiedje het gedrag van zijn teamgenoten zestig meter verderop te beïnvloeden. Maar ook dichter bij zoekt hij nader contact tot anderen. Een praatje met de de supporters achter het doel is immers zo gemaakt. Een sociale keeper blijft toch een merkwaardig verschijnsel.

Er is echter één ding waardoor Lennon daadwerkelijk alle aandacht opeist. Is het niet verbaal, dan is het wel met zijn kledingkeuze. Ieder seizoen draagt hij een volledig nieuw keeperstenue en het ontbeert hem daarin niet aan zelfvertrouwen. Hij schittert werkelijk in alle kleuren van de regenboog. Als ze maar zo fel mogelijk zijn.En om die oogverblindende kleuren zo stralend mogelijk te houden, kun je niet anders dan je moeder vragen om je voetbalkleding te wassen. Zelfs op je 32e. Hij blijft een ballenvanger.

Serie één staat inmiddels een tijdje online in de diverse podcast-apps. Op dit moment vinden de opnames voor serie twee van podcast De Zuidoost Tribune. Houd je podcast-app in de gaten!

Beluister hier serie één!