Vandaag is het vijf jaar geleden dat Malaysian Airlines vlucht 17 boven Oekraïne uit de lucht werd geschoten. Hierbij verloren 298 mensen hun leven. Een half jaar na de ramp schreef ik het volgende:

17 juli 2014, rond 17:00 uur. Een afschuwelijk bericht wordt op het bord gelegd van de Nederlandse bevolking. Het is nog onduidelijk, maar het gaat om een vliegtuigcrash. Oorzaak? Onbekend. Zaten er Nederlanders in het desbetreffende vliegtuig? Ja, en veel ook. Van alle 298 passagiers zijn er maar liefst 196 die de Nederlandse nationaliteit bezitten. Alle 196 vinden de dood op een koude, troosteloze, Oekraïense landbouwgrond. Bronnen uit het land bevestigen: niemand heeft de crash overleefd.

Rishi Jhinkoe (29) en Nisha Binda (28) zijn twee van de slachtoffers. Nisha had een dag voor de ramp de achternaam van Rishi overgenomen. Ze trouwden en zouden, na één nacht in hun pas ingerichte huisje in Almelo, genieten van een welverdiende huwelijksreis. De nagelnieuwe trouwring om Nisha’s vinger glimt als een hondendrol in de maneschijn wanneer ze het vliegtuig instapt. Ze zwaait nog eens naar haar familie en verdwijnt dan in het toestel des doods. 

Al snel is hij daar: Mark Rutte. Nadat de Oekraïense president Petro Porosjenko naar Rusland wijst en Amerikaanse inlichtingendiensten deze lezing bevestigen, zegt Mark twee dingen over mogelijke daders. Niks en helemaal niks. Zijn vooraanstaande principe is het terughalen van alle menselijke resten zodat de families hun geliefden op een normale manier kunnen begraven. Daarnaast vermeldt de premier nog wel dat, wanneer het gaat om een aanslag, hij er persoonlijk voor zal zorgen dat de onderste steen boven komt.

Russische separatisten bezetten inmiddels het gebied en het werk van Nederlandse en buitenlandse hulpdiensten worden door de rebellen aanzienlijk bemoeilijkt. Oekraïense media melden dan dat de Russen slepen met lichamen van slachtoffers. Afgrijselijk. Porosjenko kondigt een staakt-het-vuren af en vanaf dan wordt in een omtrek van 40 kilometer rondom het rampgebied niet meer gevochten tussen het Oekraïense leger en de Russische separatisten. Laatstgenoemden werken nu wel mee. De berging van alle lichamen kan beginnen. Koelwagon voor koelwagon komen stoffelijke overschotten kilometer voor kilometer dichterbij de nabestaanden.

Het is een ramp die ons Nederlanders in de ziel treft. Het heeft een immense impact. Even staan we schouder aan schouder. Overal in het land worden stille tochten georganiseerd. Viaducten, straten en pleinen stromen vol om de slachtoffers tijdens een rouwstoet de laatste eer te bewijzen. Als we eraan denken draaien onze magen stuk voor stuk weer om. De Nederlandse samenleving laat zien wat het te weinig laat zien, namelijk hoe nauw zij verbonden is.

Dan kijk ik afgelopen week naar het journaal en het kwartje valt al meteen wanneer ik de opening van het journaal zie. Mark, je hebt gefaald. Het is inmiddels februari 2015, een klein half jaar na de crash, en ik hoor een onderzoeker van een Nederlands bergingsteam zeggen: ‘’We zijn vooral op zoek naar ‘personal belongings’ en eventuele stoffelijke resten’’. Op dat moment bereik ik het kookpunt. Het is toch niet te geloven dat de nabestaanden zo lang moeten wachten op wellicht nog kleding, spullen of zelfs delen van het lichaam van hun geliefden?! Als afkondiging van het item vertelt David Jan Godfroid van het NOS: ‘’Het is nog niet helemaal opgeruimd, maar veel ligt er niet meer’’. Het dringt tot me door en ik denk nog eens aan Nishi. De ring die zij om haar vinger droeg. Die ligt misschien nog te glimmen op die verschrikkelijk koude en verlaten landbouwgrond in Oekraïne..

Ik zat in groep zes van de Jan Westerschool in Ter Apel. In ons lokaaltje hing een grote kaart van Nederland met daarop enkel de hoofdsteden afgebeeld. Rechtsonder de kaart hing zo’n ouderwets, kurken prikbord. Volgens mij was het mijn klasgenootje Tamina die daar ooit een krantenknipseltje aan had opgehangen. Bij het artikel zat een fotootje van een lachend meisje met ietwat scheve tandjes en donker haar. De foto was van Rowena Rikkers, inmiddels bekend als ‘het meisje van Nulde’. Het was een krantenknipseltje dat ik nooit meer zou vergeten.

Vandaag lees ik een artikel in het AD over de moordenaar van Rowena en de titel van dit artikel zet me aan het denken. Het artikel kopt: ‘Tbs van moordenaar ‘meisje van Nulde’ toch met jaar verlengd’. Wat me aan het denken zet is het woordje ‘toch’.

Rowena was een onschuldig, vierjarig kleutertje. Ze werd maandenlang mishandeld door Mike J., haar agressieve stiefvader. Daarnaast werd ze onder toeziend oog van Wanda, haar medeplichtige moeder, geregeld opgesloten in een hondenkooi. De nabestaanden moesten al leven met het feit dat zij in 2006 weer vrijkwam.

Door de aanhoudende mishandelingen gaf Rowena haar leven. Op diezelfde dag werd haar lichaampje in een foetushouding gevouwen en vastgebonden met spanbanden om vervolgens opgeborgen te worden in een vrieskast. Haar hoofd, armen, voeten en handen werden later van het lichaam verwijderd. Toen men het gezicht vond, bleken zelfs ogen, oren, neus, wenkbrauwen en voortanden te zijn verwijderd om identificatie te compliceren.

In 2001 spoelde haar rompje aan op het strand van Nulde. Drie dagen later vond men haar hoofdje terug in Hoek van Holland. Andere lichaamsdelen werden verspreid over het land teruggevonden, waaronder een aantal in een vuilnisbak. Volgens getuigen was het waarschijnlijk dat Rowena’s lichaam in stukken zou zijn gezaagd in een schuurtje in de tuin van de verdachten. Deze was namelijk van binnen volledig beplakt met vuilniszakken waarop bloedspetters waren te zien.

Bijna twintig jaar later is de Jan Westerschool er niet meer. Op haar plek staat nu een nieuwe, exorbitante basisschool. Rowena is er ook niet meer. Op haar plek is nu enkel een leegte in de harten van wie haar liefhad. De herinneringen aan het argeloze meisje worden gekoesterd en over het vervolg van haar leven kan men alleen maar dromen, omdat dat laatste zo wreed van haar is afgenomen. Dat degene die daarvoor verantwoordelijk is ‘toch’ volledig kan terugkeren in onze maatschappij, kan ik echt niet bevatten..

Als aangeschoten wild storten de leeuwinnen na het laatste fluitsignaal ter aarde. Ze zijn verslagen. ‘Onze jacht’ is geëindigd met een kogel in de rug. Het heeft niet zo mogen zijn. En is dat erg? Nee, natuurlijk niet. Het is logisch dat je een finale wilt winnen. Een finale wil je altijd winnen, ook al is het idee alleen al surrealistisch. In een finale heb je altijd een kans.

Natuurlijk ligt het niveau beduidend lager dan bij het mannenvoetbal. Je zou het niveau van een wedstrijd tussen Kameroen en Nieuw Zeeland op het WK Vrouwenvoetbal ook elke zondagavond op RTV Drenthe kunnen kijken tijdens ‘Onze Club’. Een programma waarin amateurvoetballers als Freddy Frikandel wekelijks shinen. Maar is het eerlijk om vrouwenvoetbal met mannenvoetbal te vergelijken? Nee. Sinds een aantal jaren groeit het vrouwenvoetbal en wint het aan populariteit. Mannen voetballen al meer dan een eeuw. Als ik iemand dan hoor zeggen dat het nergens op lijkt, dan zijn ze toch echt appels met peren aan het vergelijken. Iemand die al 70 jaar een sigaar rookt heeft daar ook minder moeite mee dan iemand die pas is begonnen.

Gedurende hun jacht op de wereldbeker verslinden de leeuwinnen tegenstander na tegenstander. Ze zijn te sterk voor achtereenvolgens Nieuw-Zeeland, Kameroen, Canada, Japan, Italië en Zweden. Soms met redelijk voetbal, soms op karakter. En is dat erg? Nee, natuurlijk niet. Het maakt een team eerder completer. In de finale is het een ander verhaal. Vanaf minuut één is grootmacht Amerika de bovenliggende partij en onze leeuwinnen zijn dit keer de prooi. In de achtenvijftigste minuut worden de leeuwinnen gegrepen. Een stroper genaamd de VAR schiet hen neer. De Amerikanen worden bijgestaan en Oranje krijgt een penalty, in plaats van een corner, tegen. Via de elfmeter van Megan Rapinoe en een afstandsschot van Rose Lavelle wordt de droom van onze leeuwinnen gedood.

En is dat erg? Nee, natuurlijk niet. De leeuwinnen zijn een prachtige ervaring rijker, zullen als team gegroeid zijn en hebben daarnaast een schitterend wereldkampioenschap gespeeld. Zij waren de prooi en de Verenigde Staten had honger. Zo gaat dat. Volgend jaar staat er weer een mooi toernooi voor ze op het programma, de Olympische Spelen. Hopelijk staat er dan weer een affiche tussen deze ploegen op het programma en wat zullen de Oranjeleeuwinnen dan een honger hebben.