Het is woensdagochtend ongeveer tien voor zes. Ik schrik wakker. Het vaasje dat ik op mijn salontafel heb staan, is omgevallen. Mijn bed trilt. Mijn appartement trilt. Groningen trilt. De zoveelste aardbeving. Ditmaal eentje met een kracht van 3.4 op de schaal van Richter. De maat is vol.

Groningers worden ‘borendol’ van de excuses en het gedraai van Eric Wiebes, onze minister van Economische Zaken en Klimaat. Het kabinet heeft, na een vergelijkbare beving in Zeerijp vorig jaar, gepland om de gaswinning rond 2030 helemaal te stoppen. Maar voordat we dat jaar aantikken, ben ik waarschijnlijk al van tweehoog naar beneden getrild.

Daarnaast is het inmiddels pijnlijk duidelijk geworden wat er decennialang met de vele waarschuwingen van onderzoekers is gedaan. Niets! Vanaf 1961 wordt al aangetoond dat er aardschokken en bevingen worden vernomen in de Noordelijke provincies, maar dat is toentertijd door de NAM en de overheid naar het rijk der fabelen verwezen.

De bewoners van prachtige boerderijen, leuke appartementen en te kleine studentenkamers worden de laatste jaren echter steeds vaker geteisterd door aardbevingen. Groningers zijn bovenal ook mensen, meneer Wiebes. Mensen met gevoel, een gezin en een woning. Dingen waar men waarde aan hecht. Als het dan ook nog duidelijk wordt dat de veiligheid van deze Groningers geenszins een rol speelde tijdens het boren naar gas, dan gaat ons haar helemaal omhoog staan. De voornaamste drijfveer was dat er zoveel mogelijk gas en dus zoveel mogelijk geld uit de aarde geboord moest worden. Dat kan dan blijkbaar over de rug van de nietsvermoedende Groninger.

Bij een gemiddelde aardappelboer in Loppersum springen intussen de ruiten plotseling, bij de buurvrouw trillen de koffiekopjes van tafel en de voorgevels van karakteristieke boerderijen zitten vol met scheuren. Groningers zijn de aardbevingen en aardschokken meer dan zat. De gaswinning dient op kortere termijn te worden stopgezet.

Onze gezinnen zitten onnodig in een onveilige situatie. Het is wachten totdat de eerste slachtoffers een feit zijn en dan mag die rare Kwiebes, wat mij betreft, de stoffelijke overschotten van de Groningers persoonlijk onder een stapel bakstenen vandaan halen. Kijken of hij het dan nog eens ‘bevinkje’ durft te noemen.

Daar, daar vliegen we. Op een wit-rood-witte wolk naar de bekerfinale. Zojuist heeft Donny ons naar een 0-1 overwinning geschoten tegen Tottenham Hotspur. We hebben het, na Real en Juventus, wéér geflikt in een uitwedstrijd. Vanaf pole position zijn we op weg naar de finale van de Champions League.

Daar, daar vliegen we. Op een wit-rood-witte wolk naar de return tegen Tottenham. Na een stroef half uurtje hebben we zojuist relatief eenvoudig de eerste prijs van het seizoen gepakt. De KNVB-beker gaat, na een 4-0 overwinning op Willem II, mee naar Amsterdam. Heerlijk natuurlijk, maar we willen meer.

Daar, daar vliegen we nog steeds. Op een wit-rood-witte wolk zwevend naar de finale van de Champions League. Matthijs, our fearless leader, knikt ons al vroeg naar 1-0. Hakim, onze baltovenaar, maakt even later zelfs 2-0. Pole position? Tottenham is zojuist een ronde ingehaald.

Daar, daar vliegen we eruit. Van onze wit-rood-witte wolk naar plat op de bek. Mijlenver van een zachte landing. Lucas Moura vervolmaakt namens de ‘Spurs’ zijn hattrick in de aller-, aller-, allerlaatste fucking seconde en we zijn uitgeschakeld.

Daar, daar lopen we. Kijkend naar de wit-rood-witte wolken in de lucht. Zwalkend van de dreun van Moura richting het kampioenschap. Eerste minuut, 1-0 achter. Dit meen je toch niet. Kruipend gaan we verder. Nog eenmaal kijkend naar die wit-rood-witte wolken waarop het zo fijn was.

Maar als het woordje opgeven door je hoofd schiet, dan is er altijd Klaas Jan. Ouwe, lepe goalgetter. Hij trekt de stand gelijk. Donny maakt op slag van rust zelfs 2-1. Vijf minuten na de thee schiet Guusje Til AZ in Alkmaar op voorsprong tegen concurrent PSV.

Daar, daar stappen we weer op. Op een wit-rood-witte wolk. Dusan tekent voor 3-1 en 4-1. We gaan winnen. De laatste vijf minuten van AZ – PSV zien we op de schermen in de Johan Cruijff ArenA. PSV blijkt niet bij machte om de gelijkmaker te produceren. We hebben de halve finale van de Champions League bereikt, de beker gewonnen en zojuist officieus het kampioenschap behaald. De komende zomer komen we er niet meer af. Van die wit-rood-witte wolk, want op die wit-rood-witte wolk is het leven toch het fijnst.

Douwe, ouwe reus. Als ik ‘s ochtends mijn bed uit ga, ben jij het eerste waar ik aan denk. Het is jouw pure energie wat ik in de ochtenduren het liefst tank. Door jouw cafeïne word ik geleidelijk aan wakker. Mijn ontbijt met Douwe en een broodje van de bakker.

Douwe, ouwe reus. Ik weet het heus. Van jouw boontjes krijg ik een hoop energie. Waardoor ik ondanks de boompjes het bos weer even zie. Dankzij jou houd ik het iets langer vol. Dankzij jou is mijn hoofd iets minder vol.

Douwe, ouwe reus. Er gaat niets boven jou tijdens koffietijd. Een ééntweetje tussen jou en een gevulde koek is iets wat ik zeker niet mijd. Een gouden combinatie die ik geregeld langs laat komen. Het is zelfs een combinatie waar ik af en toe van lig te dromen.

Maar soms, dan gaat het allemaal even te gek. De dagen waarop ik je van boven en van onder lek. De dagen dat ik misselijk word van je geur. Wanneer ik de dertiende Douwe van de dag naar binnen pleur. Een overkill dat over mijn tong pist. Heb ik je ooit wel eens gemist?

Douwe, ouwe reus. Maak je maar geen zorgen. Als jouw zwarte goud mijn huig kietelt en langzaam naar binnenstroomt, dan weet ik weer waarover ik heb gedroomd. Die mindere dagen neem ik op de koop toe. Zonder jou, ‘Gouwe, ouwe Douwe’, is er namelijk niets meer wat ik doe.